Selecteer een pagina

Lieve Mariek,

Ik fietste gisteren naar Alkmaar. Tegen de wind in natuurlijk. Het is eigenlijk een rare situatie, want ik reed naar het ziekenhuis. Ik kan goed tegen de wind in fietsen, heb sterke benen, voel me niet ziek, maar ik ben het wel. Ik ben het weer. Het voelt tegenstrijdig. Mijn lijf werkt zowel mee als tegen.

Zo’n vier maanden geleden verscheen er tijdens de halfjaarlijkse CT-scan een plekje in mijn long dat er daarvoor niet was. Verdacht, maar er kon nog geen conclusie aan worden verbonden. Er werd besloten drie maanden af te wachten om te zien wat er zou gebeuren.

Misschien bleef het stabiel, misschien verdween het wel weer. Maar in mijn hart wist ik het natuurlijk al. Dit was slecht nieuws. Niet zo slecht als de eerste keer, want dit plekje was nog maar zes millimeter groot. Vorige keer was de vlek op de scan al drie centimeter. Dat scheelt nogal.

Vlak na de uitslag ging ik op vakantie naar Denemarken. Dat was ontspannen. Lekker gefietst en veel vanaf een terrasje naar bootjes in een haven gekeken. Ik was daar met Roline. We kunnen goed samen vakantie houden.

Weer thuis ging het plekje in mijn long onbewust meer ruimte in mijn hoofd opeisen. Ik werd onrustig, had tegelijk weinig puf om dingen te doen. En ik kreeg net zoals een paar jaar terug een aanval van duizeligheid toen ik me op een keer omdraaide in bed. Positieduizeligheid heet dat. De kamer draaide. De duizeligheid was kort maar de lichtheid in mijn hoofd bleef zo lang dat ik er toch wel een beetje ongerust door werd.

Mijn lijf voelde steeds meer gestrest. Drie maanden onzekerheid is best lang.

Eindelijk kon ik een maand geleden weer naar het ziekenhuis. Ik keek ernaar uit. Duidelijkheid wilde ik. Weer een CT-scan. Het plekje was drie millimeter gegroeid. Een slecht teken. Reden genoeg om een PET/CT-scan van mijn hele lichaam te maken. En nadat ik de problemen met mijn hoofd opnoemde werd er ook een MRI ingepland voor alleen mijn hoofd.

Voor een PET-scan moet je eerst drie kwartier rustig op een bed liggen. Een beetje lastig als je daarvoor een liter water hebt moeten drinken. Maar gelukkig mag ik wel even naar de wc. Er wordt een radioactief suiker (mijn interpretatie) ingespoten voor de scan. Daarom moet je stil liggen. Als je je spieren gaat gebruiken dan trekt het suiker daar naartoe, wat niet de bedoeling is. Het moet zich door het hele lichaam verspreiden. Plekken die dan evengoed nog actief zijn lichten op op de scan.

Op de PET-scan was zo’n plek zichtbaar in de spier onder mijn linker schouderblad. Anderhalve centimeter groot. En mijn lymfeklieren lichten een heel klein beetje op. Besloten werd een punctie in de spier en een lymfeklier te doen.

De uitslag van de MRI was dat er In mijn hoofd geen dingen zaten die er niet hoorden, wat een hele opluchting was.

De puncties maakten duidelijk dat er in de lymfeklieren niets zat, maar de plek in de spier was een uitzaaiing van de plek in de long. De kankersoort was dezelfde als vorige keer.

Besloten werd de twee plekken te gaan bestralen en gisteren was het intakegesprek. Gelukkig geen chemo en immuuntherapie dit keer. Bestralingen zijn natuurlijk ook niet niks, maar zijn, als het goed is, minder belastend dan de vorige behandelingen.

Er is weer een CT-scan gemaakt. Er zijn een paar puntjes op mijn borstkas getatoeëerd om mij steeds op dezelfde plek te kunnen leggen. Waarschijnlijk beginnen de bestralingen volgende week. Volgende week woensdag de eerste bestraling. Na een maand van onderzoeken en uitslagen volgt nu een kleine maand met behandelingen.

En hopelijk kan ik er daarna weer een tijdje tegen.

Ik heb lieve mensen om me heen Mariek, dat weet je wel. Maar ik mis je erg bij dit.

Liefs, Roon.

PS. Ik schrijf dit op omdat het handig is als ik iemand tegenkom in het echte leven die ik niet zo vaak zie. Hoe gaat het is natuurlijk een veelgebruikte openingszin. En dan hoop ik dat ze dit gelezen hebben.