Selecteer een pagina

Lieve Mariek,

Het is alweer april. Ik kan niet anders dan veel denken aan april vorig jaar. Een rare en heftige maand. Ongerustheid, hoop en angst volgden elkaar op. En een soort weten tussen ons dat het misschien wel over was, met ons, voor altijd. Al zal het nooit helemaal over zijn.

Als ik terugdenk aan april dan vraag ik mij af hoe die maand verlopen was als we geweten hadden dat het onze laatste maand samen was. De laatste maand van jouw leven.

Wat had jij gedaan? Wat had ik gedaan? Vragen die er eigenlijk niet toe doen maar waar ik toch mee loop.

Jij had niet zoveel keus. Je deed wat je voelde dat je moest doen. De kanker nam het voortouw. Jij moest volgen. Je begon aan de chemo. Je had al eerder tabletten gehad maar nu kwam het gevreesde infuus. Zeven jaar eerder had je gezegd dat je dat nooit meer zou doen. Maar nu, nu je ervoor stond besloot je het toch weer te proberen. Het is milder dan vorige keer, vertelden de mensen in het ziekenhuis. En dat was ook zo, je was er niet zo ziek van. Op 1 april viel het besluit, op twee april lag je rustig te wachten tot het spul je arm indruppelde.

Hierna een paar dagen kalm aan.

Op dinsdag zeven april ging ik voor het eerst naar Den Haag. Het begin van de reportage die ik met Julia wilde maken. Terwijl ik daar was, ging jij met Cécile naar het ziekenhuis. Vocht achter je longen weg laten halen. Het was al bijna routine voor jullie maar geen prettig klusje. Het ging langzaam deze keer, begreep ik vanuit Den Haag. Ik was lekker bezig met fotograferen maar voelde me ook ver van jou.

Op 8 april ging ik weer naar Den haag. Tweede dag fotografie. Dit keer met de auto en alleen ’s middags. Het was leuk om Julia te volgen bij haar trainingen en repetities.

Voor wie het niet weet. Julia is Julia Zuurbier, een danseres van begin twintig, die als meisje bij Mariek in de klas heeft gezeten. Zij heeft ingezet op een danscarrière en Mariek is haar blijven volgen, al die jaren na de basisschool. En ik heb Julia gevraagd of ik een fotoreportage van/met haar mocht maken. En dat mocht.

Op donderdag 8 april ging je weer naar het ziekenhuis. Roline was dit keer met je mee. Het was tijd voor de tweede chemo. Maar toen je bloed onderzocht werd bleek je niet sterk genoeg. Te weinig bloedplaatjes. De chemo ging niet door. De eerste infusen heb je ondertussen toch gehad. Voorbereiding voor de chemo die niet doorging. Maar je voelde je blijkbaar toch goed genoeg om met Roline even de stad in te lopen (of misschien zat je wel in de rolstoel). Je kocht een ‘ziekenhuistas’ voor al die keren dat je nog heen moest.

Thuis vertelde je later dat je ook een urn gezien had. Ik denk dat je dat niet dezelfde dag vertelde maar misschien wel twee weken later. Dat speelde toch ook door je hoofd, de dood, ondanks de nieuwe tas.

’s Avonds reed ik nog een keer naar Den Haag. Ik mocht Julia ook fotograferen tijdens de generale repetitie die ze haddden in het Theater aan het Spui. Een volledige repetitie in kostuum voor de tour die ze door het land gingen maken. Ik had een leuke avond en kwam met heel veel foto’s thuis.

Maar als ik het geweten had, Mariek, dan was ik niet gegaan deze week, denk ik. Dan was ik zoveel mogelijk bij jou gebleven. Al had jij waarschijnlijk gezegd dat ik het wel moest doen. Want ja, moet je dan gaan zitten wachten met z’n tweeën. Nee, het is maar beter dat je niet weet wanneer je dood gaat. We hadden op dit moment nog steeds wat hoop, al was het niet doorgaan van de chemo verontrustend.

En nu heb jij de foto’s van Julia nog gezien, tenminste, de meeste. En ik ben heel blij met die reportage. De foto’s hebben meer diepte dan de foto’s die ik tot op dat moment gemaakt had. En last but not least, vandaag kwam er een editie van ‘Dansmagazine’ uit met zes pagina’s foto’s van deze reportage en als kers op de taart staat Julia ook nog op de cover. Ik denk dat jij toch wel even goedkeurend hebt geknikt vandaag en er een toepasselijk liedje bij hebt gezongen 😉

Veel liefs,
Ronald