Selecteer een pagina

Lieve Mariek,

Het is half twaalf als ik dit begin te schrijven. Half twaalf ’s avonds. Nog drie uur en vijf minuten voor het vier jaar geleden is dat jij dood ging.

Het klinkt en voelt nog steeds onwaarschijnlijk dat je er niet meer bent. En het klinkt en voelt net zo onwaarschijnlijk dat het al vier jaar geleden is. Wat heb ik gedaan in die tijd. Wat heb jij gedaan. Ik zou het niet graag meer overdoen, die jaren, die uren, al die donkere en trage minuten.

Het gaat beter nu. Dat wel. Ik denk niet meer van dag tot dag hoe het vier jaar geleden ging. Het is lichter in mijn leven. Ik zie de toekomst met meer vertrouwen en zin tegemoet.

Ik zal je steeds minder gaan schrijven Mariek. De behoefte om mijn gedachten te delen wordt minder. Wel nog met jou, maar niet meer met anderen. En mijn gedachten delen met jou, dat kan ik in gedachten. Ik vergeet je niet, ik vergeet je nooit, dat weet je. Ik mis je nog evenveel als de eerste dag. Maar de pijn is minder of kan ik beter verdringen. Ik weet het niet precies. Het missen van jou bestaat naast andere dingen in mijn leven. Het zit elkaar niet in de weg. Ik kan het leuk hebben en jou toch missen, maar zonder die diepe pijn nog te voelen. Vooruitgang. De tijd heelt alle wonden. Cliché en waarheid. 

Ik ben niet thuis op jouw sterfdag. Ik vertrek in alle vroegte naar Vlieland, waar we zo graag kwamen. En maandag kom ik weer terug. Samen met mijn beste vriendin. Mooie herinneringen zullen boven komen, verwacht ik. En het is fijn die te kunnen delen.

Misschien is dit de laatste keer dat ik schrijf, denk ik nu, misschien volgt er nog meer. Weet in ieder geval dat ik nog steeds veel van je hou en dat ik je altijd zal blijven missen.

Heel, heel veel liefs,
Roon.