Selecteer een pagina

Lieve Mariek,

Het is onwerkelijk
om te lopen
waar jij liep.

Om te wachten
waar jij wachtte.

Om in scanners te liggen
waarin jij lag.

Om de gesprekken te hebben
die jij had.

Om de uitslagen te horen
die jij hoorde.

Om bang te zijn
zoals jij dat was.

Maar het onwerkelijke
is werkelijk.

 

Ik schreef dit gedichtje een paar weken geleden. En ik maakte een foto van mezelf. Ik heb zoveel mensen gesproken over rouw. Meer dan vijftig en de meeste waren vrouwen die hun man verloren hadden. Sommigen vroegen of ik ook mijzelf ging toevoegen aan het project. Ik antwoordde daarop ontkennend. Ik had die behoefte niet. Het ging om de rouw van andere mensen.

Maar er is iets gebeurd waardoor dat veranderd is, want ik ben ziek geworden, zo blijkt. Het is nog steeds een vrij abstract iets. Ik heb wel een paar fysieke beperkingen op het moment, maar dat er, net zo als bij jou, een tumor in mijn lijf zit is moeilijk voor te stellen. Maar het klinkt logisch. Ik haal sinds een tijdje wat moeilijker adem. Op de fiets ben ik eigenlijk meteen buiten adem. In huis zelfs al, als ik een klusje doe. De tumor zit in mijn long en sluit de luchttoevoer naar de bovenste helft van mijn linkerlong af.

En ik heb al een tijdje last van mijn heup. Een hele tijd zeurde dat een beetje, maar ik had er geen last van. Tot ik een keer in Amsterdam liep en mank ging lopen om pijnscheuten te vermijden. Tijd voor de huisarts.

Alle details voeren te ver, maar via heupfoto’s, longfoto’s, een CT-scan, een MRI en een punctie bij mijn heup is het duidelijk geworden dat ik behalve die tumor ook een uitzaaiing in mijn heup en eentje in mijn rug heb.

Ik weet nog niet precies hoe het ervoor staat. Dat moet de punctie uitwijzen. Daaraan kunnen ze zien wat voor soort kanker het is en aan de hand daarvan een behandelplan uitstippelen.

Het kan nog alle kanten op. Van niets meer aan te doen tot nog jaren te leven. Je weet als geen ander wat dat met je hoofd doet. Van eindelijk dat testament willen regelen tot plannen maken als het misschien weer beter gaat.

Het gaat niet meer weg, maar misschien is er nog een tijdje mee te leven.

Ik ga mijn brieven aan jou gebruiken om mensen op de hoogte te houden. Dat lijkt me de makkelijkste manier. Of ik het wil of niet, ik moet toch iets doen aan informatievoorziening. Jij deed dat door een blog bij te houden. Ik heb dit, mijn brieven aan jou. Eén plek waar mensen kunnen lezen hoe het met mij is. Want ik kan niet iedereen individueel op de hoogte houden.

Net als toen bij jou moet er veel gewacht worden op uitslagen. Vaak vervelend, maar nu zit ik ruim een week in een soort niemandsland. Mijn heup wordt nog niet bestraald (afspraak is gepland), en het verdere behandelplan kan nog niet gemaakt worden, tot de uitslag van de punctie er is. Ik hoef nog even niets en dat is best prettig. Stilte voor de storm.

Ik begin nu te begrijpen hoe het voor jou geweest moet zijn. Al die onderzoeken, het wachten, de angst. Je kon het delen met mij en anderen, maar tegelijk was je alleen met je ziekte.

Ik hou je op de hoogte, maar ik weet niet wanneer en hoe vaak.

Liefs,
Ronald