Selecteer een pagina

Lieve Mariek,

Het is maandagochtend, tweede pinksterdag. Je zou vrij geweest zijn vandaag. Ik mag straks in het ziekenhuis weer een uurtje aan het infuus. Er zijn alweer zes weken voorbij sinds het vorige. Het gaat best goed. Vorige week is er bloed geprikt en de bloedwaarden waren beter dan bij een paar vorige keren. Dat gaat de goede kant op. Hopelijk gaat dat ook nog wat verder die kant op.

Vorige week zondagochtend had ik voor het eerst in een paar jaar weer een kamer vol visite. De woonkamer heeft een slechte akoestiek, zoals je weet. Het wordt al snel een brei van stemmen. Iets waar ik in horecagelegenheden altijd een enorme hekel aan heb. En thuis ook eigenlijk, maar het was toch heel gezellig om vrienden en familie weer eens tegelijk te zien.

Ze waren hier voor mijn verjaardag. Merkwaardig genoeg blijk ik opeens zestig te zijn. Wanneer is dat gebeurd? Vooral als ik hardop zeg dat ik zestig ben, kijk ik er zelf van op. Tegelijk weet ik nog dat ik me in november afvroeg of ik de zestig wel zou halen. Sinds jij er niet meer bent voel ik me ook in een soort reservetijd leven. Ik ben dertien jaar ouder dan jij geworden bent. Iedere dag extra is meegenomen, zo voel ik dat, sinds een tijdje.

Ik vertelde je de vorige keer over mijn moeizame wandeling in Amsterdam. Het gaat nu beter. Ik was met Roline in Amsterdam om een cadeautje voor Im te kopen. Voor en na het kopen hebben we een stuk gelopen.
En afgelopen week was ik vroeg op om met oud-collega Ingrid te ontbijten ergens in een van de koffietentjes achter Centraal. Daarna ben ik naar het Museumplein gelopen. Ook foto’s gemaakt onderweg. Ik wilde nog naar een expositie in het Rijksmuseum, maar dat was net even te veel, dus tram en trein terug.

Maar zoals je leest gaat het lopen aardig goed nu. En ik heb mezelf een mooi klein en licht cameraatje gegeven voor mijn verjaardag. Speciaal voor onderweg. Dan hoef ik niet meer met die zware camera te zeulen.

Je merkt het niet, maar het is een paar uur later nu. Net was ik in het ziekenhuis. Omdat het Pinksteren is, was het daar superrustig. Parkeren zonder moeite. De chemo- en immuuninfusen worden gewoon gegeven. Door de chemo gaat het aanprikken van een ader niet zo goed meer bij mijn pols in de buurt. Nu gebeurd dat aan de binnenkant van mijn elleboog, waar ook bloed geprikt wordt. Dat gaat heel makkelijk. En het immuunspul beschadigd de boel niet gelukkig.

Over ruim vijf weken krijg ik weer een CT-Scan. Dan zullen we zien of er nog steeds vooruitgang is. Het voelt goed allemaal. Ik heb nog steeds genoeg lucht, de pijn in mijn heup blijft weg. Alleen mijn huid speelt op, maar dat is een bijwerking van de therapie. Het wordt wel tijd om daar naar te laten kijken, het wordt nogal irritant. En dan is er nog de vermoeidheid, een dagje Amsterdam wordt gevolgd door een dag rustig aan, met lezen in de zon en slapen op de bank. Dat is niet slecht en ik zal het moeten accepteren, maar het is af en toe frustrerend.

Wat wel leuk is, is dat ik regelmatig koffie drink (of een wandelingetje maak, of een museum bezoek) met mensen. Heb ik een tijdje niet kunnen doen. Ik probeer die mensen dan meteen voor te zijn door gelijk als ik zie zie te vragen hoe het met ze gaat. Het gaat al genoeg over mij (zie deze brief).

Ik mis je Mariek.

Liefs,
Roon

De eerste brief over dit onderwerp is brief 135.

 

PS. Er waren mensen geabonneerd op ‘Brieven aan Mariek’ en zij kregen een melding bij een nieuwe brief. Op de een of andere manier is het mij gelukt om deze functionaliteit te verwijderen. Ik heb nu weer de mogelijkheid toegevoegd, maar de oude inschrijvingen zijn verdwenen. Dus als je een melding wilt krijgen dan kun je je e-mail adres invullen (in de zijkolom rechtsboven). Hoeft niet natuurlijk. Je kunt de brieven ook volgen door gewoon af en toe even te kijken of er iets nieuws is.